Na de middelbare school wou ik onderwijzeres worden. In het centrum van Amsterdam was een groot complex gebouwen met daarin een klooster, een hoge school, twee middelbare scholen, een tehuis voor weeskinderen, een internaat en een kweekschool. De kweekschool en het internaat zaten aan de Lauriersgracht. Met een aantal toenmalige mede studenten heb ik nu, in 1994, nog steeds contact. Op die manier weet ik dat verschillende van deze gebouwen inmiddels zijn afgebroken. In 1973 is er nog een reünie geweest. Na diplomering was mijn eerste baan een aanstelling op een school voor speciaal onderwijs. Kleine groepen met moeilijk lerende kinderen. De eerste vier jaar woonde ik in Bovenkerk samen met een collega in hetzelfde huis. Daarna ben ik weer thuis gaan wonen. Mijn collega, Cor Schrama, trad in het klooster in. Daarna maakte ik gebruik van de fiets om op m'n werk te komen. Mijn vader bracht me regelmatig met de auto, fiets achterop naar mijn werk. Lesgeven was leuk, na mijn trouwen en verschillende invalbeurten kreeg ik een klas met moeilijke jongens volgens de directeur. Daarnaast zaten er ongeveer veertig kinderen in de klas.
In de jaren van recessie was het moeilijk om aan werk te komen. Via mijn broer Juul kreeg Kees, net uit het seminarie gestapt, een baan in een winkel in Amsterdam, Frans Fingerhoed delicatessen. Via avondstudies management kreeg Kees de functie van assistent manager bij FIBECO, in Utrecht. Vanuit Utrecht werden de 40 winkels in Nederland aangestuurd. In mijn vrije tijd had ik geleerd om kleren te naaien. Ik kocht een naaimachine en liet die bezorgen op mijn adres in Bovenkerk. Op deze machine heb ik m'n eigen trouwjurk en de jurk voor mijn moeder gemaakt. Op 2 december 1938 trouwde ik met Kees (Kok / Cook) en verhuisde ik van Duivendrecht naar Zuilen in Utrecht. Omdat alle kinderen in Utrecht woonden verkochten mijn ouders hun huis en verhuisden ook naar De Bilt, Utrecht. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog moesten we, tijdelijk, ons huis in Zuilen verlaten en gingen we terug naar de geboorteplaats van Kees, Kockengen, voor veiligheid en eten. In die tijd woonden een tijd lang een ander gezin in ons huis. Zij hebben, bij gebrek aan kolen, een deel van het meubilair en het poppenbed van mijn vader verbrand. Op dat moment waren Jan (1940) en Marie (1942) al geboren. het feit dat Kees in een winkelketen met eten werkte maakte het voedselprobleem wat makkelijker. In 1943 overleed mijn vader (Rein van der Meer) aan kanker. Hij was toen 64 jaar. In het laatste jaar van de oorlog woonden we in Kockengen. Frans en Riek trokken bij mijn moeder in, die toen dus alleen woonde.
Na de oorlog werd Kees General Manager in de Den Bosch. Dat betekende verhuizen naar de Acasiasingel langs de rivier de "Aa". John en Henry, twee broers van Kees, haalden hem over om naar de Verenigde Staten te verhuizen.
In 1952 emigreerden we naar Chicago. We woonden het eerste jaar in de parochie van St.Ignatius, In '53 verhuisden we naar 1426 Granville Avenue, bij deze verhuizing kwam mijn moeder over om te helpen. Ze hield van de Amerikaanse manier van leven. Enkele maanden voor haar overlijden in 1956, ze was toen zeven en zeventig, kwamen we naar Nederland op de weg terug wisten we dat we haar niet meer zouden zien. In Chicago kwam Kees in dienst van de parochie als koster. Hij kon eindelijk weer eens met zijn handen werken. Op het moment dat Kees met pensioen ging kochten we een huis in Mc. Henry.
In 1971 trokken we erin, Kees heeft er niet lang van kunnen genieten want hij overleed in maart 1972.
In 1975 trouwde ik met Dale Tynan, hij overleed in 1980 aan kanker. (Dale Tynan (1906 - 1980) Dale Tynan werd geboren op 3 October 1906. Hij overleed in October 1980 op een leeftijd van 73 . We know that Dale Tynan had been residing in McHenry, McHenry County, Illinois.)
Footnoot, Gerarda Francisca van der Meer overleed op 2 October 1996 op een leeftijd van 85 jaar.
Built with
Mobirise.com