Felix Simon Antonides Swarts werd geboren op 31 mei 1814 in Leens, Groningen, waar zijn vader destijds griffier was. Bij zijn huwelijk in 1846 met Jentje Kloeze moest hij onder ede verklaren dat hij niet precies wist waar en wanneer hij geboren was. Zelf vermoedde hij 31 mei 1814 als geboortedatum, welke officieel werd aangenomen. Zijn geboorteplaats was hem onbekend. Jentje Kloeze werkte als werkbode volgens de huwelijksakte.
Jeugd en Ommerschans
Felix verloor zijn ouders op jonge leeftijd. Volgens overlevering kwam hij als zwerversjongen in Ruinen terecht, waar een winkelier hem onderdak bood. Om in zijn levensonderhoud te voorzien, ging hij met een marsie — een mandje op zijn rug — langs de boeren om borstels en andere artikelen te verkopen.
Op 20 september 1824, kort na het overlijden van zijn moeder, werd Felix samen met zijn vader Anthony Felix Simon Swarts en zusje Bartha Rosina opgenomen in de Ommerschans, een bedelaarskolonie. Anthony was toen zonder beroep en overleed op 4 november 1824 in de kolonie. Bartha overleed in 1826. Felix, toen tien jaar oud, was de enige overlevende. Zijn signalement werd als volgt genoteerd: rond aangezicht, hoog voorhoofd, bruine ogen, ordinair neus en mond, ronde kin, lichtbruin haar, geen bijzondere kenmerken.
Veenhuizen en Wateren
Op 1 april 1829 werd Felix overgeplaatst naar Veenhuizen, waar hij als weesnummer 1883 werd geregistreerd en bedelaarsnummer 269 kreeg. Hij werd twee keer ingeschreven in de registers. Op 1 augustus 1831 werd hij uit de bedelaarskolonie ontslagen, maar bleef bij de Maatschappij van Weldadigheid in dienst. Hij ging naar het Instituut voor landbouwkundige opvoeding te Wateren, waar veelbelovende jongeren uit de koloniën een vervolgopleiding in de landbouw kregen. In het instituut stond hij genoteerd als kwekeling nummer 70 op folio 7 van invnr. 1584. Hij verliet het instituut op 4 april 1835.
Werk en zelfstandigheid
Na Wateren werd Felix koopmansbediende te Ruinen en later zelfstandig koopman. Volgens overlevering moest hij als marskramer met een mandje op de rug langs de boeren om borstels en andere artikelen te verkopen. Rond zijn dertigste besloot hij het anders aan te pakken: hij kocht een stuk grond achter op de Ruinerweide, bouwde een huisje en trouwde in 1846 met Jentje Kloeze. Samen stichtten ze een boerderij.
Afstammelingen
Van dit echtpaar stamt de familie Zwart af. De meeste nazaten wonen nog in Ruinen, enkele in Ruinerwold, en verspreid over Nederland. Ook zijn er afstammelingen in Canada en de Verenigde Staten.
Extra details en bronnen
In de huwelijkse bijlagen werd in het militieformulier vermeld dat Simon Felix Zwart geboren zou zijn te Deventer, wat niet klopt; het was Leens, Groningen.
Hij stond vermeld als kwekeling in Wateren en als inwoner van de gemeente Diever, wat overeenkomt met zijn inschrijving tot 1835.
Overleveringen suggereren dat zijn vader mogelijk dokter was en een welgesteld man, maar hiervoor is geen bewijs. Hij werkte als chirurgijn-majoor en later als geneesheer op de Ommerschans, omdat hij in Ruinen niet in zijn onderhoud kon voorzien.
Felix trok nummer 5 voor de militie en werd wegens gebrek aan maat van 1833 tot 1836 elk jaar vrijgesteld; in 1837 definitief vrijgesteld.
Voor Jentje Kloeze werd een certificaat van onvermogen opgemaakt: zij kon de huwelijkskosten niet betalen.
Bronnen:
RAD, inv. nr. 1455; inv. nr. 1611; inv. nr. 1584
Het geslacht Zwart, H.J. Mansier, Ruinen
Jan Bosman Steenbergen, Vier eeuwen West Brinck, 1998, p. 190
De proefkolonie, blz. 308